top of page

Crashen (Tallinn, 3 september 2023)

  • Foto van schrijver: David Steenhuyse
    David Steenhuyse
  • 4 sep 2023
  • 12 minuten om te lezen

Na de lange dag in Helsinki kan ik lang en rustig ontbijten. In dit hotel is het inbegrepen in de reis, hoewel ik dat er niet had bijgeboekt via srprs.me. Het ontbijtbuffet is erg uitgebreid. Vooral het wat zachtere pumpernickelbrood met boter een plakje kaas smaakt me. Na een uitgebreide maaltijd, terwijl ik mijn vorige dagverslag schrijf, sluit ik af met een bordje vers fruit met grote parten watermeloen, honingmeloen, sinaasappel en pompelmoes. Ik heb de energie nodig voor alweer een lange dag met enkele museumbezoeken. Weet ik veel dat ik daarvoor nog werkelijke fysieke kracht nodig zou hebben.


Soep uit Oezbekistan

Tallinn is een heel verwesterde, redelijk compacte stad die op alle gebieden modern is. Het bouwt nog verder aan expansie met hypermoderne kantoor- en flatgebouwen buiten het historische, pittoreske centrum dat een beetje op Brugge lijkt. De stad is te vergelijken met Riga, de hoofdstad van buurland Letland dat ik op mijn vorige reis van srprs.me heb bezocht. Het centrum ligt hoofdzakelijk tussen vestingmuren met om de zoveel tijd een toren waarin al eens een kebabzaak zit. Je moet nooit ver stappen om doelen te bereiken. Je passeert daarbij regelmatig het historische centrum of wandelt door een van de vele parkjes. En voor je het weet, struin je langs de zee. Vooral daar verrijzen mooie moderne flatgebouwen met een groot loftgevoel. Tussen het centrum en die buitenrand liggen rustige wijken met modern (strak) en authentiek (kleurrijk hout) door elkaar. Speelpleintjes en koffiezaken of eettentjes maken het er levendiger. Het is een nette stad met brede voet- en fietspaden. Volgens de taxichauffeur die me van de luchthaven naar mijn hotel reed, is er ook geen criminaliteit. "'s Avonds enkel wat zatlappen op straat", knipoogt hij nog. Hij leerde me ook dat in heel Estland amper 1 miljoen mensen wonen waarvan de helft in Tallinn. Dat de stad helemaal mee is met haar tijd, merk ik bijvoorbeeld aan een kruispunt waar naast me een robotje rijdt dat maaltijden en pakjes bezorgt. Het steekt moeiteloos het kruispunt over en achtervolgt me nog eventjes tot ik aan mijn hotel ben en het daarna verder rijdt.


Ik bezoek eerst het winkelcentrum Kristiine Keskus om er een grote boekwinkel te bezoeken. Daarover kan ik schrijven voor m'n website over strips. Intussen zit ik droog, want een ware stortregen overvalt de stad die voetpaden verandert in wild stromende riviertjes. Zo merk ik meteen dat Tallinn licht heuvelachtig is.


Het regenen is na mijn bezoek aan het winkelcentrum grotendeels opgehouden en door een parkje gaat het verder naar Viru Keskus. Op twee verdiepingen zitten er grote kledingzaken en daarboven een hotel, maar op de begane grond zit een erg veelzijdig aanbod aan eetstandjes. Het concept van de Food Hall, met een gemeenschappelijke eetzaal en daarrond alle culinaire aanbieders in een knap design, bestaat sinds 2022. Ze bieden betaalbare en authentieke maaltijden door diverse leveranciers. Je kan er pizza eten die bereid is in een echte Italiaanse oven. Mikkeller, een top-5-brouwerij uit Kopenhagen brouwt er een eigen biertje en Freya Foodbar biedt eten aan van Janno Lepik, volgens Michelin een van de meestbelovende jonge chef-koks van Estland. Net zo goed kan je kiezen voor pokƩ bowls, Aziatische streetfood, taco's en tortilla's, hamburgers en frieten of tal van patisserie, desserten en koffie.


Het is intussen al tegen 14 uur en ik heb honger. Bij Samsa Family Bakers uit Oezbekistan kies ik voor shurpa (soep) met lamsvlees. Ik krijg een heerlijk heldere bouillonsoep voorgeschoteld met een paar flinke stukken vlees, aardappelen, paprika, wortel en koriander. Lekker. Morgen ga ik er opnieuw heen om iets anders te proberen. Door de week is de Food Hall open tot 21 uur, in het weekend slechts tot 19 uur. Er is veel volk, maar voldoende plaats om een tafeltje te kunnen bemachtigen. Volgens wat ik las, zouden er 's avonds rond deze plaats ook hoertjes rondlopen op zoek naar klanten.


Verboden boeken

Langs de vestingmuur, maar nog steeds niet in het historische centrum van Tallinn loop ik naar een zijstraatje waar het gratis toegankelijke Banned Book Museum is gevestigd. In een kamertje vind je er een tegelijk schrijnend als hilarisch overzicht van verboden of verbannen boeken doorheen de geschiedenis, waar ook ter wereld. Het is schrijnend omdat het verbieden van boeken uit politieke, puriteinse, religieuze, culturele, woke of andere redenen nog steeds voorkomt, maar eigenlijk contraproductief is. Hilarisch omdat de redenen daarvoor vaak ridicuul of onzinnig zijn, maar specifiek in dit museum omdat de boekenleggers met meer uitleg (in het Ests en Engels) erg grappig en amusant zijn. Bij een exemplaar van Watership Down vermeldt de uitbater er graag bij dat hij in zijn jeugd zelf getraumatiseerd raakte door het heftige konijnenverhaal. Hij vertelt ons er nog bij dat hij niet begrijpt waarom het voor een kinderboek doorgaat.


Een voorbeeld van een ridicuul verbod is een boek over de kunststroming Kubisme, Cubism in het Engels. Onder de regering van de Chileense dictator Augusto Pinochet kregen soldaten de taak om alle boeken die ze konden vinden met een mogelijke link naar de "Marxistische kanker" (revoluties in het buitenland die regeringen omver wierpen) te verbranden. In hun ijver en onwetendheid verbrandden ze ook boeken over Cubism omdat de soldaten dachten dat het iets te maken had met de Cubaanse revolutie.


Wacht, het wordt nog gekker. In veel Amerikaanse gevangenissen mogen bepaalde boeken niet uitgeleend worden aan gevangenen. In de gevangenis van Maryland mogen er ook geen boeken uitgeleend worden met fictieve of echte kaarten in. Om die reden mogen gevangenen de boeken van A Game of Thrones niet lezen omdat er een kaart van Westeros in staat. Die zouden ze namelijk kunnen gebruiken als voorbereiding voor een eventueel ontsnappingsplan...


Een beertje van Winnie The Pooh verwijst naar waar potentaten altijd een gebrek aan hebben: gevoel voor humor, en ze kunnen helemaal niet tegen kritiek. In dit geval dus de Chinese leider Xi Jinping die in eigen land met Winnie The Pooh wordt omschreven om op verdoken manier commentaar op hem te kunnen leveren op sociale media. Dergelijke berichten worden nog steeds gescreend en zijn verboden.


We leren ook dat de recente aanpassingen in het werk van Roald Dahl niet voor het eerst gebeuren. Het boek Sjakie en de Chocoladefabriek verscheen in 1964. Na de eerste filmversie verscheen in 1973 een herdruk waarvoor Roald Dahl verzocht werd de Oompa Loompa's, die oorspronkelijk Afrikaanse pygmeeƫn waren, te veranderen in bruinharige, witte kleine mensen ("dwergen" mogen we tegenwoordig niet meer zeggen). Er wordt ook gewag gemaakt van de veranderingen in 2023 waarbij onder meer het woord "dik" en "lelijk" niet meer mogen in de boeken van Dahl nadat ze aan een commissie van "sensitive readers" waren voorgelegd. Na een enorme weerstand in de Britse pers publiceert de uitgeverij nu zowel de oorspronkelijk gecensureerde versie uit 1973 en de nog meer gecensureerde nieuwe versie van dit jaar.


Wanneer ik de uitbater vraag of hij nog veel nieuwe boeken moet verwerken, antwoordt hij: "Jammer genoeg wel". Wat mij dan weer doet antwoorden: "Maar wel goed voor jou." Dan valt mijn oog op een stapeltje dat hij nog aan het verwerken is, met twee Franstalige Kuifjes erbij. Bij Kuifje in Amerika hoordtde uitleg dat het beeld van de indiaanse bevolking gedateerd en onbehoorlijk was voor een schoolraad in de Canadese staat Ontario. Het kwam samen met 4.700 andere boeken in de bibliotheken van 30 scholen op een lijst terecht met de bedoeling ze te recycleren of te verbranden in een openbare ceremonie die was georganiseerd door het comitƩlid Susie Keys. Nadat ze een filmpje had gepost over een van de boekverbrandingen, kreeg ze wereldwijd reacties. Kritiek werd haar niet bespaard, net zo min als onderzoeken naar haar geclaimde, geringe indiaanse achtergrond. Keys nam ontslag en verdere ceremonieƫn en evaluaties van boeken werden afgelast. Kuifje en de Zonnetempel werd dan weer radicaal verbonden in Peru. Niet omwille van de voorstelling van Zuid-Amerikaanse inboorlingen, maar door een kaartje dat HergƩ in de eerste prent had getekend (of heeft laten tekenen door zijn studiomedewerkers). Het plaatje vertoonde een geografische fout. 20% van het noorden kende HergƩ toe aan Ecuador, veroorzaakt door een toenmalige kaart van Ecuador die het gebied claimde als eigen grondgebied. In Peru konden ze niet lachen met die gevoelige materie en daarom werd het album in het hele land verboden.


Op weg naar een volgend museum koop ik een ijsje bij Gelato Ladies, een zaakje dat wordt gerund door twee hard werkende vrouwen. Ze bereiden ijs, bakken taarten, wafels en pannenkoeken die je ter plaatse kan eten. Mooi gegarneerde taarten kan je ook bestellen. Ik bestel een hoorntje met perzikijs, pistache en een bolletje met avocado, limoen en munt. Het zit alle wat tussen roomijs en sorbet in. Vooral het avocado-ijsje is verrassend en verfrissend. Het ijs is niet zo uitzonderlijk zoals in Italiƫ, maar ik heb alle sympathie voor deze nering, waar kinderen verlekkerd binnenkomen, en vermeld ze graag in dit verslag.


Ik wandel een stukje langs de kust om uit te komen bij een zomerbar (met mooie street art en tafelvoetbal voor een hele hoop mensen tegelijk) en een haven. Doorheen de hele stad zie ik af en toe grote stenen liggen in diverse vormen. Duiven, slakken en hier schelpen.


Het kind in mezelf

Een volgend museum is Proto Invention Factory, of eigenlijk meer een VR-totaalspektakel met spelletjes en activiteiten in een educatieve context. Een ideale plek voor kinderen of om het kind in jezelf los te laten. Een eerste opdracht is om met twee toverstafjes in de hand en een VR-bril met licht en in 3D een oude koets en duikboot te tekenen. Daarmee open je de poort naar de rest van het indoorpark. Je komt er in een Jules Verne-achtige, futuristische steampunkwereld terecht en ik amuseer me rot tussen kinderen en volwassenen die het kind in hen nog niet versmoord hebben door vervelend cynisme en onverdraagzaamheid.


Je kan er elektrische ontladingen creƫren door op een piano te spelen, tekeningen maken met lichtstralen en die vastleggen op foto (helaas nog steeds niets in de mailbox ontvangen). Ik crash vijfmaal met een ballon waarvan je het mandje met je lichaam over of onder lichtstralen uit wachttorens moet manoeuvreren en die via VR voor je ogen worden geprojecteerd. Hoger of lager zweven doe je door meer of minder gas te geven met een hendel die je werkelijk kan vastgrijpen. In een soort speedracer crash ik maar ƩƩnmaal. Die loodst me, ook weer terwijl het toestel waarin je zit met je meebeweegt, door een parcours dat op- en neergaat in een futuristische wereld die doet denken aan Venetiƫ. In een duikboot ga ik onder water in een soort Atlantis met standbeelden van oude Romeinse heersers en goden om granaten af te vuren op mechanische robots die op je afkomen. Dat doe je in teamverband. Achteraf krijg je een score. Andere spelletjes kan ik niet meespelen bij gebrek aan tegenstanders.


De grootste uitdaging is om languit voorover liggend plaats te nemen op een soort zweefvliegtuig dat je met heel je lichaam moet bewegen. Via de VR-bril moet je dan door lichtgevende cirkels zweven. Ik kan mijn lichaam niet volledig neerleggen, anders stort het hele ding naar beneden en hang ik plots half ondersteboven — geloof me, ik heb het meegemaakt. Daarom moet ik half steunen op mijn armen en knieĆ«n en dat doet verrekte zeer met al mijn gewicht. Het is als pompen, maar dan zonder door te drukken, terwijl je lichaam voortdurend gespannen staat. Na enkele half gelukte doorgangen door ringen moet ik opgeven. Het is me fysiek te zwaar. Het meisje dat me begeleidt en me niet doet neerstorten, stelt me nog gerust: "Je hebt het tenminste geprobeerd." Mja. Elders kan je raketjes afvuren door lucht te pompen en als luchtkanon te gebruiken of een bal met luchtstralers door ringen loodsen. Ik probeer niet alles uit, want moet alweer naar het volgende voordat het sluit.


Schieten op vliegtuigen

Dat andere is Seaplane Harbour, een van de grootste maritieme musea van Europa. Het is ondergebracht in een oude hangar voor watervliegtuigen. Bij binnenkomst doet het me meteen denken aan een gigantische basis voor een slechterik uit James Bond. Rond de duikboot Lembit, uit de jaren 1930, is een knap vormgegeven parcours uitgestippeld in een prachtig en stijlvol opgebouwd museum. Ik heb niet bijzonder veel interesse in de historiek over afweergeschut, bommen en granaten, boeien en een watervliegtuig aan het plafond. De duikboot op zich is wel indrukwekkend, maar ook niet meer... Maar dat komt nog. Nadat ik langs een lange balustrade ben gewandeld kom ik aan de andere kant uit bij een tank en een plekje waar je zelf aan een afweergeschut mag plaatsnemen om aanvallen van vliegtuigen te verijdelen door ze uit de lucht te schieten. Dat geschut is zwaarder dan ik dacht en het valt me niet mee correct te mikken. Na een paar mislukte pogingen lukt het me toch om vrij dicht bij me de eerste vliegtuigen de zee in te schieten die ontploffend of met rokende rompen neerstorten.


Vanaf dan wisselen dergelijke interactieve spelletjes af met veel interessantere bezienswaardigheden. Zo kan je werkelijk in de Lembit rondlopen. Voor iemand die wat langer is, valt dat minder mee. Ik stoort mijn hoofd tegen allerlei kranen, uitstulpingen uit de zoldering en draaiwielen en ik moet me klein maken om door gaten te kruipen om naar andere compartimenten te kruipen. Het moet beklemmend geweest zijn voor de bemanning, dan nog onder water ook. Op de buitenkant wordt niet voor niets een geanimeerde projectie vertoond van geraamtes die zich heen en weer in de duikboot bewegen. Je kan er verder de laadruimtes voor de bommen bekijken, hoe de matrozen leefden, sliepen en naar het toilet gingen. Allemaal heel krap.


Op de achtergrond trek ik maritieme legeruniformen aan die je voor geprojecteerde achtergronden in een photoboot naar jezelf kan mailen. Uiteraard kies ik voor een officiersuniform in plaats van een matroos. De verkleedpartijen amuseren ook andere bezoekers die selfies nemen, zichzelf in spiegels bewonderen of elkaar voor de gek houden. Je kan er je ook uitdossen als een Viking, want er loopt tegelijk een kleine expo over Vikingen. Daar kan je roeien in een sloepje.



En het gaat nog verder, met minibootjes die je kan besturen of in een vliegtuig kan plaatsnemen terwijl je in vier minuten moet proberen te landen terwijl het hele vliegtuig meebeweegt met je luchtmanoeuvres. Ik crash hopeloos en stap al uit voor de vier minuten voorbij zijn. Een andere tijdelijke expo vertelt over Venetiƫ. Er hangen wat wandtapijten, bustes, schilderijen en er staat een typisch Venetiaanse gondel. In een photoboot kan je selfies nemen met een Venetiaans masker, prachtig versierd met juwelen of pluimen. Dit museum is me veel meer meegevallen dan ik had verwacht. Niet alleen door de grootsheid van de locatie, maar ook door het gehele, mooi verpakte interactieve opzet. Het is dus geen museum waar je enkel pancartes met uitleg hoeft te lezen en te kijken. Beslist voor jong en oud.


Middeleeuws eten

's Avonds wandel ik met tijd op overschot naar een restaurant waar ik heb gereserveerd. Ik ben nog steeds niet in het centrum geraakt en scheer er nu weer rakelings voorbij op een traject dat langs vestingmuren, kerken en parken leidt. In een van de parkjes is een mogelijkheid om te boogschieten. Standbeelden herinneren aan de zwarte pest die een groot deel van de bevolking in Europa uitroeide. Virussen zijn van alle tijden.


Ik heb gereserveerd in Olde Hansa, vlak naast het centrum. De chefkok is Vlaming Emmanuel Wille met wie ik via sms eventjes contact heb om te vragen of hij er vanavond ook zou zijn. Via een vriend die zijn vader kent, kom ik groeten overmaken van zijn vader en moeder. Die vader gaf ook door dat de kok me een drankje moest aanbieden. Helaas is hij bezig met een ander project: een restaurant in een bus. Toen ik op de luchthaven landde, was er al reclame te zien voor Olde Hansa. Het concept van het restaurant is dat het allemaal middeleeuws is. Dan bedoel ik niet alleen het interieur en het eten, maar tot de verlichting met kaarsen toe (behalve op trappen om veiligheidsoverwegingen). Ook het toilet is een bezienswaardigheid, want de toiletpot is vermomd als een plank met gat in. Doorspoelen doe je met een touw. Wc-papier komt uit een houten kastje. Je handen was je door een kruik met water te laten kantelen.


Ook alle eten en drinken is volgens authentieke middeleeuwse recepten bereid. Ik bestel voor 55 euro een menu met 24 bereidingen, maar ben toch wat bezorgd over de porties. Om niet te veel alcohol in te nemen, bestel ik ban de uitgebreide kaart een licht biertje met kaneelsmaak. Het wordt geserveerd in een kruik. Het personeel is middeleeuws uitgedost en spreekt je ook aan met oude bewoordingen en volzinnen die wel uit De Rode Ridder zijn geplukt. Hier word ik aangesproken als "my lord" door dienstmaagden. Voordat ik aan de maaltijd mag beginnen, moet ik eerst vers gebakken brood breken en besprenkelen met zout omdat brood het belangrijkste is op tafel. Wie in groter gezelschap is en hetzelfde menu bestelt, zal moeten uitmaken wie aan tafel de sterkste en rijkste is, want die geniet het voorrecht om het brood te breken. Ik zal geen ruzie krijgen door mezelf aan te wijzen op last van de dienstmaagd. Ik vind het allemaal erg amusant.


Mijn tafel wordt na dit ritueel gevuld met een paar borden waarop kleinere bereidingen liggen, maar samen een verdomd grote hoeveelheid eten vertegenwoordigen. Ik proef het allemaal. De eendeleverpatƩ met uienconfituur is heerlijk, evenals de in de oven gebakken, sappige kaas met kruiden en jeneverbessen. Voor de rest onder meer spinaziehummus uit Jeruzalem, zoeter gemaakte augurken en andere kleinere versnaperingen. Ik zit goed vol en heb allerminst alles kunnen opeten. Ik heb rust nodig, mijn maag moet dit kunnen verwerken.


Na een halfuur waag ik me aan het hoofdgerecht, opnieuw twee borden vol. De zalm is me te droog, de runderwang is ontzettend mals en het worstje met beer, rendier en everzwijn is de moeite waard. Ook de eend met saffraansaus smaakt me. Bij de bijgerechten val ik vooral voor de rauwe groentjes met peer en saffraan. Rapen zijn in gember gebakken. Een zalige mousseline van pastinaak heeft die unieke smaak waarvan ik houd en er zijn ook linzen, zuurkool en meer. Ik vind het allemaal erg lekker en heb er spijt van dat ik niet alles opkrijg. Het dessert topt het helemaal af met pudding en rozenblaadjes. "Om de schoonheid te behouden, my lord", moet de dienstmaagd er verplicht bijzeggen. Ik moet er hartelijk om lachen.


Olde Hansa is een van de trekpleisters van de stad. Op sommige momenten, of voor wie ervoor betaalt, wordt live muziek gespeeld op luiten en andere middeleeuwse instrumenten. Betalen doe je gewoon cash of met de kaart. Een buidel met klinkende munt hoef je dus niet mee te nemen. Ik kan me wel inbeelden dat het bedienend personeel na een dag werken met middeleeuwse (koor)muziek op de achtergrond graag naar heavy metal of techno luistert als compensatie. Ik zie een van de dienstmaagden, die gekleed gaan met hoedje en lange kleren, na haar shift naar buiten gaan. Ze draagt een koptelefoon, een strak T-shirtje en driekwartbroek, terug het normale leven in.


's Nachts keer ik alsnog via het centrum terug naar het hotel en doe nog wat aan rustige sightseeing. De rest zal voor morgen zijn.

Dagkilometers: 16,7 km • Reiskilometers 12/21: 256 km

Comments


bottom of page